Werkwijze
Bij (familie)opstellingen wordt gewerkt met plaatsvervangers (representanten).
De vraag van de deelnemer vormt het uitgangspunt. Deze moet helder geformuleerd zijn. In het intakegesprek wordt hier op ingegaan.
De methode werkt met feiten(zie vragenlijst); d.w.z. belangrijke gebeurtenissen uit de familie van de ouders en van de deelnemer zelf. Voorbeelden zijn: dramatische oorlogsgebeurtenissen, vroege dood (abortussen/miskramen), scheiding, vlucht uit het vaderland, uitgestoten familielid, belangrijke eerste liefde….
De deelnemer kiest andere deelnemers uit de groep als representant voor zichzelf, voor familieleden of andere personen/elementen, die samenhangen met zijn vraag.
De deelnemer geeft deze representanten een plek in de ruimte (naar het innerlijke beeld van de deelnemer). Verstrikkingen worden daardoor zichtbaar.
De representanten krijgen gevoelens en gedachten die sterk overeenstemmen met de onbewuste gevoelens en gedachten van degene voor wie ze zijn opgesteld.
De begeleider gaat aan de slag met deze gegevens (beeld - zoals de representanten staan opgesteld -, met de informatie/uitingen van de representanten, en met de ‘kennis’ van het opstellen). De begeleider verandert de posities van de representanten of vraagt hen om de innerlijke beweging van de ziel te volgen.
Door de nieuwe posities te erkennen en door het gebruik van verlossende uitspraken die de ziel raken, kunnen verstrikkingen worden opgelost en kunnen energie, kracht en liefde weer gaan stromen.